In tijden van crisis brengen de stresshormonen adrenaline, noradrenaline en cortisol je lichaam in paraatheid als reactie op stress.
De eerste twee (behorend tot de catecholaminen) zetten aan tot actie, terwijl de laatstgenoemde (een corticosteroïde) juist passiviteit induceert, dus tot onderwerping leidt. De aanmaak verloopt volgens een bepaald traject.
Het begint bij de amygdala, die a.h.w. alarm slaan, en die de hypothalamus stimuleren tot CRH (corticotropin releasing hormon)-productie, het hormoon dat op zijn beurt de hypofyse prikkelt tot afgifte van ACTH (adrenocorticotroop hormoon), wat vervolgens de bijnieren aanzet tot het vormen van genoemde stresshormonen.
De bijnierschors scheidt cortisol af en DHEA. Dit laatste beschermt het lichaam tegen veel van de negatieve effecten, veroorzaakt door een overmaat aan cortisol. Zo veroorzaakt (om een paar voorbeelden te noemen) cortisol verlies van spiermassa en DHEA bevordert de spieropbouw, door in essentie het door cortisol afgebroken spierweefsel weer op te bouwen. Een verhoogd cortisolgehalte onderdrukt de afweer, terwijl DHEA het immuun vermogen vergroot. En (als laatste): een verhoogd cortisolgehalte veroorzaakt gewichtstoename, terwijl DHEA zorgt voor vetverbranding en gewichtsverlies.
De in het bijniermerg geproduceerde adrenaline (Latijn) of epinefrine (Grieks) vernauwt de bloedvaten en versnelt de hartslag, waardoor de bloeddruk oploopt. De tijdsbeleving wordt zo beïnvloed, dat het lijkt of dingen in slow motion verlopen, wat gedetailleerde snelle actie mogelijk maakt. Je ervaart het of je voor je actie volop tijd hebt te reageren, terwijl in werkelijkheid de film op normale snelheid (wat dus overkomt als bliksemsnel) doorloopt. Of je een klein stukje als elastiek uitrekt, daar heel veel handeling (als streepjes op aftekent) en het vervolgens loslaat, waardoor de streepjes/actiemomenten ineens heel dicht op elkaar staan. Zo kan een versnelling in je handelen ontstaan.
Het hormoon noradrenaline (norepinefrine) wordt eveneens geproduceerd in het bijniermerg en lijkt met z’n bloeddruk verhogende werking op basis van versterkte pompwerking van het hart en vaatvernauwing qua werking op adrenaline. Doordat die vaatvernauwing ook in de spijsverteringorganen plaats vindt, wordt de werking tijdelijk minder of stopt zelfs. Er komt daardoor in stresssituaties dus tijdelijk meer bloed beschikbaar voor werking van de hersenen en de spieren. Afgezien van biochemische verschillen tussen adrenaline en noradrenaline verschillen ze ook in de manier waarop ze reageren op adrenerge receptoren.
De amygdala (amandelkernen), als startpunt van de hormonale stressreactie worden behalve door directe dreiging ook geactiveerd als ze een overeenkomst signaleren tussen een opgeslagen bedreigende emotionele herinnering en iets in het heden, wat op zichzelf nauwelijks bedreigend lijkt (onverklaarbare paniek- en fobische reacties).
Normaliter heeft cortisol via een zgn. negatief feedbacksysteem een remmende werking op de hypothalamus en de hypofyse en dus op de aanmaak van CRH en ACTH, wat weer leidt tot minder stresshormoonproductie. Soms is die remmende werking verminderd of helemaal weg doordat de cortisolreceptoren niet werken. Door die verstoorde binding van cortisol ontstaat dan een verhoogd cortisolniveau in het bloed, wat aanleiding geeft tot depressieve symptomen (zie verderop). De remmende werking kan ook uitblijven als er te weinig cortisol geproduceerd wordt, wat leidt tot de zgn. adrenalinecirkel, een vicieuze cirkel die het lichaam uitput. Immers de tot actie aanzettende voortdurende productie van catecholaminen maakt het onmogelijk om nog tot rust te komen, wat op de lange duur leidt tot burnout of CVS.
Verschijningsvormen van stress
Qua verschijningsvorm veroorzaakt stress twee wezenlijk verschillende reacties in je lichaam t.w. een acuut alarm (om je lichaam voor te bereiden op vechten of vluchten) en een chronisch alert blijven (om je lichaam voor te bereiden op langdurig nare omstandigheden). Acuut alarm en het vervolgens alert blijven hebben beide invloed op de werking van de adrenalineklieren in je bijnieren.
Bij de kortdurende vorm van stress, alarm, stimuleert je hypothalamus (volgens de aangegeven keten) de zenuwuiteinden om noradrenaline te produceren, dat een bloedvat vernauwende werking heeft. Tegelijkertijd wordt in het merg van je bijnieren adrenaline geproduceerd, dat je hart sneller en krachtiger laat werken als onderdeel van de alarmreactie.
Alarmreacties ervaar je soms als woede en agressie, maar vaak ook is het alleen maar een gevoel van te willen optreden, dus de confrontatie te willen aangaan wanneer je wordt uitgedaagd.
Alarmreacties in fysiologische zin worden (afgezien van echt heftige dingen) in een modern leven ook veroorzaakt door druk telefoon- en ander telecommunicatieverkeer, ze doen zich voor bij het halen van deadlines en bij lastige situaties op de snelweg, bij verkeerslichten en in druk stadsverkeer. Je kan je opwinden over iets wat je ziet op televisie, maar je kan je er niet echt mee bemoeien m.a.w. je kunt geen adequate reactie geven. Je lichaam maakt zich gereed voor een strijd die niet komt, althans niet in de buitenwereld. Het veld van actie verlegt zich naar binnen, waarbij veel schade kan worden aangericht aan hart en bloedvaten.
Bij de langdurige vorm van stress, het alert blijven, zendt de hypothalamus signalen naar je hypofyse om hormonen te produceren, die via je bloed naar je bijnieren gaan. In de schors van de bijnier wordt vervolgens cortisol geproduceerd, het hormoon dat het passief op je hoede blijven stimuleert, wat zich voordoet wanneer je het gevoel krijgt alle macht over de situatie te verliezen. Bij dieren kan het zelfs in extreme vorm leiden tot “zich dood houden”.
Als zo ’n toestand van alert blijven situatie gebonden en tijdelijk is voelt het niet eens onprettig aan. Het zet aan tot hogere prestaties. Het voelt als gezonde spanning, de zgn eustress, positieve stress. Vergelijkbaar met een te ruim (onzuinig) afgestelde motor bij stationair draaien. Je kan dat hebben als columnist bij het halen van een deadline, of als scholier of student bij ’s nachts lang doorwerken b.v. voor een proefwerk of examen, of (en dan gaat dat tijdelijke er al wat af) als je studeert of een boek schrijft naast een volledige baan. Dit laatste is al op het randje, tenzij voldoende momenten van ontspanning worden ingebouwd.
Je bent niet echt op je gemak, er is een continue drive. Maar al voelt het goed, wat veroorzaakt wordt door de adrenaline, toch is ook dan herstel nodig. Als dus deze perioden van korte stressmomenten te veel achter elkaar voorkomen kan eustress overgaan in negatieve en dus schadelijke stress. Dit risico dreigt bij de zgn. workaholics, bij wie soms sprake is van een heuse adrenalineverslaving. Om nog eens die vergelijking te maken met een automotor (voor mensen die dat nog kennen van klassieke auto ‘s), ’t is als langdurig stationair draaien met de choke open. Was slecht voor de motor en verbruikte onnodig veel energie.
Risico ’s dus voor je gezondheid, zelfs als je de spanning als positief ervaart. Overigens kunnen die volledig worden geneutraliseerd door voldoende te ontspannen. Kunnen ontspannen wordt nog belangrijker als je te maken hebt met vormen van alertheid die je voortdurend scherp houden met een negatieve, ietwat dreigende inkleuring. Als je je voortdurend ongerust maakt over wat er mis zou kunnen gaan (en wat nog reëel is ook) zoals een treinmachinist die met hoge snelheid onbewaakte spoorwegovergangen ‘neemt’ en eraan denkt wat er niet allemaal vóór hem zou kunnen opduiken. Er zijn veel van die beroepen (denk bv. ook aan een verkeersleider op een luchthaven met te druk vliegverkeer) waar dat ‘chronisch’ alert moeten zijn bij hoort door de druk van de verantwoordelijkheid die je hebt.
Maar ook als gewone burger kun je die spanning voelen als je b.v. na een slippartij of ander ongeval (nog) wel durft te rijden, maar continu dat gevoel van die crash nog bij je hebt. Of je maakt je als ouder of partner ongerust over het (te) lang wegblijven van gezinsleden, op wie je zit te wachten (met het scenario in je geest van politie die aanbelt met een nare boodschap). Genoemde voorbeelden zijn situatie gebonden, maar een vergelijkbaar stressniveau doet zich ook voor als je aan jezelf twijfelt of in een uitzichtloze situatie verkeert. Zulke omstandigheden dragen er niet toe bij je op je gemak te voelen, integendeel. Je dreigt het op te geven (naar analogie met het bovengenoemde zich ‘dood’ houden bij dieren of het op de rug rollen bij honden als ze zich gewonnen geven) . Op de lange duur kan dit makkelijk uitlopen op een depressie.
Hoge concentraties cortisol kunnen leiden tot verschrompeling van de hippocampus (als onderdeel van het limbisch systeem de ‘zetel’ van het korte termijn geheugen) en daarmee tot de voor depressies zo kenmerkende vergeetachtigheid. Door toepassing van EMDR kan de hippocampus zich weer herstellen. Dat bij gedeprimeerde mensen hogere concentraties cortisol voorkomen dan bij anderen, is aangetoond, maar nog onbekend is hoe depressies en cortisol precies op elkaar inwerken (wat oorzaak is en wat het effect).
Het lichaam reageert als gevolg van deze beide reacties op stress met verhoogde bloeddruk, toename in kracht, sparen van noodzakelijke stoffen en andere functies die het uithoudingsvermogen of de kracht vergroten, die nodig zijn om te vechten of te vluchten. Zinvolle reacties dus als er grote fysieke prestaties geleverd moeten worden. Maar ze kunnen erg schadelijk zijn wanneer ze frequent worden opgeroepen door alledaagse stress, met name voor het cardiovasculaire systeem (het hart-en vaatstelsel)
Uit: Psycho-Consult